Salamanca .. the big city

3 november 2021 - Salamanca, Spanje

Benora is een klein, tenger vrouwtje van 63 jaar uit Hongkong met een hele fijne stem, waar je je gelijk bij thuis voelt. Het is daar gebruikelijk, dat ze bij geboorte een Engelse naam krijgen. Zij kreeg de naam Irene, wat ze vreselijk vond en het veranderde. Ze is komen lopen uit Salamanca, waar ze 3 nachten bleef en ze loopt vandaag dezelfde weg weer terug naar Salamanca om er een bus te nemen naar één van de mooiste, oude steden van Spanje .. Toledo. Dat was helemaal niet de bedoeling, want ze wilde naar het zuiden lopen.

De Ierse Patrick is een grote, wat gezette man van 62 jaar met een ongelooflijk aardig gezicht, zeer beleefd en wandelt tot Zamora. Hij heeft onderweg de Duitse knappe dertiger .. Ulfe ontmoet, gehuld in korte broek met bruine beentjes eronder, hoge leren bergschoenen voor een trekking in Nepal gekocht, maar stelt dat even uit en hij heeft een bruin gezicht .. met een baard van een paar weken. Ook hij is aardig. Even later komt er nog een jonge vrouwelijke Spaanse pelgrim fietser binnen. Vol? Nee, haha .. nog steeds niet, maar er zijn 4 mensen meer en eindelijk eens 2 vrouwen. Altijd heb ik mannen om me heen .. ach ... eigenlijk ook niet erg. Best wel fijn ..

Benora vraagt aan Patrick en Ulfe hoe de route de komende dagen eruit ziet en of er bussen zijn. Aangezien er dagen geen bussen en atm's zijn en af en toe een supermarktje besluit ze haar plan te wijzigen.

Ik ga nog een wijntje drinken in de bar en neem mijn bestelde brood mee naar de herberg. De anderen gaan laat nog een avondmaaltijd halen, wat niet meer is dan een hamburger, terwijl ik binnen op mijn bed lig. Het giet en de regen komt met druppels door het dakraam op de grond naast de bedden.

De bar is niet eerder open dan 10.00 uur en ze laten een bocadillo - sandwich - maken, die de koelkast in gaat en ze morgenochtend opeten. 

Het is droog als ik op sta, maar er is een koude, harde wind en de zon komt door. De fietser is al weg en de 3 anderen vertrekken om 8.30 uur met muts op en handschoenen aan. Ik blijf alleen achter, smeer een broodje met de Spaanse versie 'le vache qui rit' - puntjes smeerkaas - die oh zo goed zijn als je aan het backpacken bent en doe een spelletje op mijn mobiel. Het is 10.30 uur en ik sta op het punt om een koffie in de bar te halen en daar een taxi te bellen. Plotseling komen er 3 Spanjaarden binnen. Eentje gehuld in werkkleding, waarschijnlijk van het dorp zelf en een jonge moderne vrouw en man. Ze maken notities en ik heb al gauw door, dat er verbeteringen aangebracht moet worden in de herberg met de elektriciteit. Ik vraag of ze naar Salamanca gaan in de hoop een gratis ritje te kunnen krijgen, nadat ik heb uitgelegd waarom. En het antwoord is gelijk ..'maar natuurlijk, alleen is dat over anderhalve uur als we hier klaar zijn en dan gaan we naar Santa Maria de Tormes'. Ik kijk snel op mijn mobiel, waar dat ligt en zie dat het een kilometer of 3 van de herberg in Salamanca ligt. Altijd nog beter dan 18 km lopen! Ik spreek met ze af, dat ik in de bar op ze wacht.

Na een koffie en weer de mogelijkheid te hebben gehad om te internetten, komen ze me inderdaad ophalen om 12.00 uur. We gaan weg in een piepklein, grijs autootje over een landweg richting Salamanca. Ze werken in een team van 7 mensen in de deelstaat Castilla y Leon - die al groot genoeg is - en gaan allerlei dorpjes af voor verbetering en aanleg van elektriciteit. Ze wordt in de auto gebeld met de mededeling, dat hun afspraak verschoven is en of ze nu eerst naar Salamanca kunnen gaan. Wát een mazzel heb ik! En wordt voor de deur afgezet.

Na bijna een week in verlaten, uitstrekt landschap en dorpjes te zijn geweest komt de hoeveelheid mensen en drukte enorm op me af. Wát een verschil toch! 

Ik open de deur van de herberg en er zit een oudere man op een grote stoel achter een bureau, die me vriendelijk verwelkomt. Luis is Portugees en is hier voor 15 dagen als vrijwilliger. Mijn temperatuur meet hij op met een apparaatje voor mijn voorhoofd en hij schrikt ervan, want hij vind het wel heel laag: 32.8. 'Of het wel goed met mij gaat'? 'Ja hoor, alleen mijn voet niet' En ik moet lachen. Hij geeft instructies, dat ik mijn spullen, die ik nodig heb in de slaapzaal, die boven is, eerst uit mijn rugzak moet halen en ik dan in een grote blauwe plastic emmer moet deponeren. Dan komt er een grote vuilniszak tevoorschijn, die om de rugzak moet en in de locker beneden moet blijven. Ik vraag me af waarom. Maar daar kom ik later achter, want het is 13.00 uur en ik kan pas om 16.00 uur inchecken in deze herberg, waar ook nu weer alleen een donatie verwacht wordt en voor pelgrimmers is.

Ik kijk mijn ogen uit buiten. Om de hoek zijn al meteen de prachtige kathedraal en allerlei historische, prachtig uitziende universiteitsgebouwen. Souvenirswinkels, banketbakkers, exclusieve hamwinkels van Iberico en banken zijn allemaal open tot 14.00 uur. De vierkante 'plaza mayor' - het hoofdplein is een lust voor het oog met overal terrasjes en ik hoor sinds Sevilla weer voor het eerst buitenlandse toeristen, met name Engelsen. In de Carrefour supermarkt zie ik tot mijn verbazing kartonnen pakjes wijn van 200 ml, verpakt per 3 stuks voor 1,10 euro en vind het wel heel slim om het op die manier te verkopen.

Ik duik een bar binnen om een glas Rioja wijn te drinken en vraag de wificode om te internetten, want er is weer geen internet in de herberg. Op weg terug naar de herberg om 16.00 uur zijn alle winkels dicht en kan ik eindelijk weer eens geld uit de muur halen.

Voor de tweede keer krijg ik een plastic doorzichtig pakje met daarin een kussenslopen, een hoesovertrek en een laken voor eenmalig gebruik, want daarna gaan ze de prullenbak in. Het is hetzelfde papiermateriaal als de overalls als je gaat verven. Best slim bedacht. Ook dekens zijn aanwezig en ... verwarmingen. Heel fijn, want ik zag onderweg, dat het 9 graden is en mensen lopen allemaal in een winterjas.

Ik ben alleen in de herberg, maar rond 17.00 uur hoor ik iemand binnen komen en herken de stem gelijk: Benora. Wat doet zij hier nou? Ze zou met de bus naar Toledo gaan! Beneden gekomen hoor ik haar vragen of ze hier 2 uurtjes mag zitten, voordat ze naar het busstation gaat, want het is zo koud buiten. 

Luis wil toch mijn temperatuur weer meten, want vond het uitzonderlijk. En het is wat hoger: 35.6 .. Ik vraag Luis, wat de reden is waarom de rugzak niet mee de slaapzaal in mag. Het antwoord verbaasd me niet, alleen had ik er niet zo gauw aan gedacht .... bedbugs! Hij vertelt, dat dit in de volle herbergen in de bedden aan de camino Francés veel voorkomt. Ohoh .. en daar ga ik juist naar toe! Dadelijk zit ik nog vol met jeukende bulten .. oeps.

Iets voor achten loop ik naar buiten in de kou. Alle gebouwen zijn prachtig verlicht. Een stalletje verkoopt kastanjes en de loterijman heeft het druk met de verkoop van zijn kerstloten. De winkels zijn open en als ik weer op de 'plaza mayor' ben ga ik op zoek naar Ulfe en Patrick, waarmee ik afgesproken had. Maar de terrasjes zijn leeg vanwege de kou en ik loop rond om binnen in de restaurants te kijken, maar ik zie ze niet. Dus maar weer terug naar de herberg, want ik heb het koud ondanks de 5 lagen, die ik aan hem inclusief mijn wollen Icebreaker trui.

Ik moet morgen voor 8.00 uur eruit. Wat een rare regels hier! En ga dan naar het busstation om een bus naar Zamora te nemen. Weer een rustdag voor mijn voet ...

Foto’s