Zoveel gesloten herbergen ...

16 november 2021 - Arzúa, Spanje

Gebruik van de wasmachine en droger is gratis in de herberg van Olga en Fernando en dát gebeurd niet vaak, want het kost meestal 8 euro samen. Mijn kleding heb ik steeds op de hand gewassen. In het begin met de hoge temperaturen droogde het snel in de zon, maar later waren de verwarmingen er voor om het te laten drogen, als die aan waren .. Ik mag maximaal 7 stuks kleding geven en die gaat in een waszak. En daar gaat eindelijk ook mijn broek en fleecevest bij. Olga zorgt voor de rest en hangt het aan een lijn om te wachten totdat het goedkopere elektriciteitstarief in gaat: vanaf 19.00 uur. Als het droog is komt ze het keurig opgevouwen brengen. En ... wat ruikt het toch weer heerlijk, want dat is toch heel wat anders dan even snel het op de hand doen en het ergste zweetgeurtje eruit is.

Een jonge man komt nét voor het donker binnen .. in korte broek. Hij is lang en slank, heeft een baardje en een geblondeerd stuk in zijn donkerblonde haar. Het is de 2de keer, dat ik een Nederlander tegenkom en andersom ook. Alleen is de 30 jarige Guido bijna 70 dagen onderweg, begonnen net onder Parijs.

Hij heeft rechten gestudeerd in Leiden en woont in Amsterdam, waar hij een appartement met 2 andere mannen deelt. Zijn baan heeft hij opgezegd en is de 'camino' gaan lopen zonder ook maar ooit een trektocht te hebben gemaakt om te weten te komen, wat hij nu verder wil. Hij heeft bijna 3.000 km gelopen. Begonnen met een kilo of 18 inclusief tent en kampeerspullen, maar hij vond het te koud en heeft de spullen teruggestuurd naar Nederland, waar hij later weer spijt van kreeg. Frankrijk was niet makkelijk om goedkope herbergen te vinden en hij moest daardoor vaak bij lokale mensen thuis slapen voor 30 euro per nacht inclusief diner en ontbijt. We kletsen een paar uur en het is me wel duidelijk, dat Guido de stad Amsterdam té druk vind en graag in de natuur wilt wonen en vooral alleen. En dát heeft hij ondervonden tijdens zijn lange 'camino'. Hij vraagt me wat de 'camino' mij brengt. En ik hoef niet na te denken, wat ik zal zeggen: de ontmoetingen én de verhalen. Méér van de lokale mensen, dan van de 'peregrinos'. 'Oh, dat heb ik nu helemaal niet', zegt hij. 'Maar dat komt, omdat jij de taal natuurlijk spreekt'. Ja, en dat brengt je veel dichter bij de mensen .... met hun verhalen.

Hij heeft 3.000 euro gespendeerd met een gemiddelde van 40 euro, want hij houdt van goed eten. En dát is best veel, want ik zit op een gemiddelde van 20 à 25 euro per dag en dat zit 'm meer in de vele busritjes, die het gemiddelde omhoog heeft gehaald anders was het nog lager geweest.

Iedereen is al weg als ik wakker wordt, behalve Guido en ik, want wij liggen om 8.00 uur nog in bed. Hij heeft geen haast en ik ook niet. Ik ga rustig mijn spullen pakken en neem een koffie, terwijl Guido uitgebreid ontbijt. Hij heeft al zijn foto's op polarsteps gezet en zijn aantekeningen schrijft hij in een klein 'moleskine' boekje, die hij van vrienden heeft gehad met zijn naam en jacobsschelp erop.

Fernando en Olga willen nog 2 à 3 jaar doorgaan met de herberg. Daarna willen ze een huisje kopen op het platteland, deze opknappen en met pensioen gaan. En vooral ook schapen erbij. 'We hebben genoeg hard en lang gewerkt', zegt Fernando. 'Olga is hersteld van haar kanker, maar zal altijd medicijnen moeten blijven slikken en ze is altijd moe'. Ik wens hem vooral veel 'peregrinos' toe, zodat ze wat meer inkomen hebben en vooral veel gezondheid. We omhelzen elkaar en ik krijg zo een intense, warme, gemeende omhelzing en dikke kus, dat ik zijn warme handen pak en hem nog eens omhels. Wát een schatjes weer! 

Het is 9.45 uur als ik op pad ga en er is geen 'peregrino' te zien. Ik moet veel steil omhoog en weer omlaag .. op asfalt, funest voor mijn voeten, hebben al vele 'pereginos' tegen me gezegd en dezelfde problemen hebben gehad. Het asfalt .... 

Ik zie weinig paddenstoelen vandaag, ondanks dat ik door het bos loop. Maar wel weer veel hoge eucalyptus bomen, dreigende luchten en zowaar een regenboog. Ik rust veel onderweg op mooie plekjes, loop heel rustig en zie niemand, totdat ik in Arzúa aankom, een klein stadje. De herbergen, die ik voorbij loop zijn allemaal dicht en ik besluit naar de staats herberg te gaan. Maar vlak hiervoor is een herberg, die open is en er zit een man bij de receptie. Ik vraag of ik even binnen mag kijken. Het is groot met een buitenterras, een keuken en het is klassiek ingericht, wat het wel heel apart maakt. Hij verteld, dat er van de 40 herbergen/hostels, nog maar 4 open zijn. Plotseling zie ik een bekende rugzak staan. Die van Antonia! En ik blijf er, want ik vind het wel leuk om haar weer te zien. De uren erna zie ik alleen maar strompelende mensen binnen komen na een etappe van 28 km met knie,- been,- en voet klachten inclusief grote blaren.

Antonia lacht hard als ze me ziet zitten en is blij me te zien. Ze informeert gelijk naar mijn voet en biedt gelijk weer de 'algesal' spuitbus voor mijn voet aan.

Foto’s